Een noodzender voor zeelieden in reddingssloepen of vliegtuigbemanningen die met een rubberbootje in het water beland zijn.
Het oorspronkelijke ontwerp van dit apparaat stamt af van de Duitsers die in 1941 al beschikten over de NSG2 of wel Not Sende Gerät 2. Deze zender werd door de Engelsen uit het Kanaal gevist en als zeer nuttig bestempeld. Ze waren er zo blij mee dat ze er een Engelse kopie van hebben gemaakt, de Dinghy Transmitter T-1333. De latere Amerikaanse uitvoering werd ook wel de Gibson Girl genoemd, naar de Amerikaanse mode kunstenaar Charles Gibson (ca. 1890) die vaak vrouwenfiguren tekende met een uitermate smalle taille, die wel veel weg had van de vormen van de noodzender.
Het hier besproken apparaat, uit de collectie van PA0GSB, is de Amerikaanse, naoorlogse uitvoering, de T-74/CRT 3 en is een onderdeel van de AN/CRT-3-uitrusting. .
Op bovenstaande foto de kale zender. Er hoort dus nog veel meer bij, zoals ballonnen, signaal-lampen, fluitjes, gasgenerator om ballonnen te vullen. Deze waren nodig om de antenne omhoog te laten.
De vlieger. Deze moest overigens eerst in elkaar gezet en dan opgelaten worden. Ik stel me dat zo voor in meters hoge golven, dobberend in een rubberbootje in een stikdonkere nacht. Ja, je moest er wel wat voor over hebben. De Engelse T1333 had een opgevouwen vlieger die met behulp van een raketje met een "Verey"-pistool werd afgeschoten.
Dat het bedienen van het apparaat niet gemakkelijk was getuigt een uitspraak van wijlen de heer C. Warners die in de jaren 50 Flight Safety instructeur was bij de KLM en me het volgende schreef:
Nou, ik kan je uit ervaring vertellen dat de zee helemaal niet woest hoeft te zijn om het tot een lastige klus te maken. We hebben ooit nacht-oefeningen op de Noordzee georganiseerd - samen met de marine - waarbij een ditching gesimuleerd werd vanaf de reddingsboten Dorus Rijkers en Neeltje Jacoba en daarvanaf de dinghies gelanceerd werden. Daarbij werd dus ook met de noodvoorzieningen geoefend. Dat viel allemaal niet mee, terwijl de golfhoogte helemaal niet groot was, misschien een meter of zo. Die dinghies bogen mee met de golven, en dan heb je niet zoveel nodig om een heel instabiele situatie te krijgen waarin het dubbel lastig is om klussen te doen als het bedienen van een noodradio als de Gibson Girl. Je bent al blij als je redelijk kunt zitten zonder je vast te moeten houden.
Die briefing-foto komt uit de Haagsche Post; die hadden me in augustus 1958 geïnterviewd naar aanleiding van het verongelukken van de Super Constellation "Hugo de Groot" boven de North Atlantic. Ik had die crew gebriefed voor hun vertrek. Niet leuk!
Aldus Kees !!
Het vooraanzicht met verschillende bedienings-organen en klepjes.
Hoewel dit een iets ander type is, komt alles wel overeen met het hier behandelde exemplaar.
Drie standen van de keuze schakelaar. "500 kc Manual", met morsesleutel(ronde knop), hier kun je zelf een tekst mee seinen. In de "Signal Light" stand kun je met de zelfde schakelaar lichtsignalen in morse afgeven. In de stand "Automatisch" wordt in de handgenerator nog een wiel aangedreven met daar op de strepen en punten van het noodsignaal SOS, echt automatisch dus. SOS werd gedurende 20 seconden gezonden waarna een lange streep van 20 seconden werd geproduceerd. Er wordt bij de T-74/CRT-3A op twee frequenties uitgezonden, op de lange golf 500 kHz(vrijlopende oscillator) en op 8364 kHz (kristal oscillator) Het hier getoonde exemplaar, T-74/CRT-3, bezit geen kristal en zal alleen op 500 kHz kunnen zenden. Misschien dat daarom de tekst links van "Automatic" zwart gemaakt is.
De bediening van een T-74/CRT-3A apparaat met een 8364 kHz kristal. Links boven de aansluiting voor de SIGNAL LAMP.
Achterkant met de uitsparing waarin zich de zwengel bevindt.
Om de zaak te activeren wordt de zwengel boven in de set geplaatst.
De slinger van dichtbij bekeken. Het is de bedoeling de slinger met een snelheid van 80 omwentelingen per minuut te laten draaien. Ik heb het geprobeerd en getracht ook nog met de "Key" te seinen. Ik denk niet dat ik ooit zou worden gered.
Voor de mensen die de morsetekens niet kennen, een tabel met alle tekens en verder een handleiding hoe de zender te gebruiken. Links boven een lampje dat aangeeft of de generator wel snel genoeg draait en rechts een lampje dat aangeeft of er wel HF-signaal geproduceerd wordt. Daar was een donkere nacht dan wel weer gunstig voor. Verder is de tekst wel duidelijk.
De haspel met 300 feet antennedraad, aan de voorkant zit de rem voor de haspel. De antenneaansluiting werd met een klemmetje bevestigd. De antennelengte is ongeveer een derde van de golflengte can 500 kHz.
Links, de aard-draad die in het water moet worden geworpen. Rechts onder de zwarte dop een silica-gel zakje om het binnenwerk droog te houden. Zie ook de aanwijzingen voor de antenne-haspel.
Het binnenwerk dat er gloednieuw uitziet en allemachtig naar antischimmel-prut stinkt. Rechts boven de aansluiting van de voedingsconnector.
Binnenkant links met de 12SC7, dubbeltriode voor de LF-techniek. Links de spoel van de korte-golf zender.
De rechter zijde met de HF-oscillator 12A6, een eindpenthode. Op deze afbeelding is ook goed de 500 kc-spoel te zien.
De onderkant van de zender met de beide spoelen. Links is het zakje silica-gelpoeder te zien in de opstaande buis. De rechtse buis bevat de aarddraad.
Blik op de bovenzijde met de keuzeschakelaar een trafo en een relais.
De energiecentrale die met een kabeltje en een connector verbonden wordt met de zender. de generator produceert 28 en 300 Volt. Goed voor een zendvermogen van ca. 2 Watt.
Nogmaals de generator met tandwielkast.
Op deze foto is het wiel met de morsetekens te zien, net links van de twee lampjes. De schakelcontacten bevinden zich aan de plaat die met vier moertjes is vastgezet.
De amerikaanse uitvoering bevond zich in BG-155-A, een deel van SCR-578-B.
Binnen in die tas ziet dat er zo uit.
Voor de liefhebbers, HIER, het manual van de set. ( 87 MB groot !)
Mensen die willen weten hoe eenT1333 werkt, HIER de door Louis Meulstee gepubliceerde AIR PUBLICATION 1186 Volume I
-